22 april 2020

Hoe is het om in je eentje een dorpshuis te ‘runnen’ in coronatijd?

Aukje Postma en Baukje Faber wilden het dorpshuis weer nieuwe leven inblazen. Het dorpshuis moest opnieuw het middelpunt van het dorp worden. Toen afgelopen zomer de kans zich voordeed om beheerder van het dorpshuis Rehoboth in Gerkesklooster-Stroobos te worden, pakten de dames dit met beide handen aan. Zonder ervaring gingen ze dit avontuur aan. Baukje heeft samen met haar man een administratiekantoor en Aukje en haar man hebben een garage, maar ze dachten ‘wij kunnen dit’. De dames werden gelijk voor de haaien gegooid met een buffet voor tachtig man, maar vanaf toen is het gaan bloeien.

Het ‘runnen’ van het dorpshuis bleek toch pittiger dan van tevoren gedacht. Werken, gezin en het dorpshuis bleken lastig te combineren voor Baukje, waarop ze in goed overleg besloot te stoppen. Vanaf 1 april stond Aukje er alleen voor. ‘Ik doe het gewoon alleen, samen met mijn gezin. Het is echt mijn ding’, vertelt Aukje. Doarpswurk wil graag weten hoe het is om in deze tijd een dorpshuis te ‘runnen’ en dan ook nog alleen. We belden Aukje op om te vragen hoe zij de afgelopen periode heeft ervaren.

Wat dacht je toen je hoorde dat het dorpshuis vanwege het coronavirus dicht moest?
‘Ik dacht echt jemig dit is niet best. Zo jammer, wat we in een half jaar opgebouwd hebben was zo mooi op de rit’, vertelt Aukje. De mensen hadden net de weg naar het dorpshuis weer gevonden en dan houdt alles op. ‘Als ik dat maar weer aan de praat krijg’, dacht Aukje.

Maandag was er nog een repetitie van de zangvereniging en op vrijdag stond een buffet gepland. De mensen waren al onderweg en het eten stond klaar toen Aukje een telefoontje kreeg, waarin de gasten zeiden niet meer te durven komen. ‘Toen zaten we met al het eten, dat was echt een drama, maar we hebben die avond zelf heel lekker gegeten’, vertelt Aukje. In goed overleg met het bestuur is besloten om het dorpshuis te sluiten, in het weekend daarop moesten alle dorpshuizen van overheidswege dicht.

Echt onvoorstelbaar, dat kon je je niet voorstellen dat een land en zelfs de hele wereld stilligt. Iedereen was doodsbenauwd’

Het dorpshuis moest heel veel evenementen afzeggen: van kleine buffetten tot grote feesten. Het is een heel actief dorpshuis waar elke avond wel iets te beleven is. ‘Dat was natuurlijk een enorme klap en daar kwam ook nog bij dat mijn compagnon zou stoppen per 1 april. Dan sta ik er alleen voor. Dan sta je direct 2-0 achter’, vertelt Aukje, maar ‘je hebt ook niets te willen dat zijn de regels. We zijn een dorpshuis waar iedereen komt en dan moet je heel verstandig zijn en de boel sluiten. Als je ondernemer bent kijk je voornamelijk naar mogelijkheden.’

Wat voor mogelijkheden heeft het dorpshuis nog nu het dicht is?
Aukje pacht het dorpshuis van de vereniging, beheert het gebouw en is gastvrouw voor de mensen. Ze is vrij om te doen wat ze wil en kan zelf activiteiten organiseren zoals een feest met een zanger, een band of een conferentie. Toen het dorpshuis zijn deuren moest sluiten, is Aukje in gesprek gegaan met het bestuur. Het bestuur was gelukkig behulpzaam en kwam haar tegemoet om de kosten zoveel mogelijk te drukken. ‘Een ludieke manier bedenken om de kop boven het water te houden en toen bedacht mijn man om maaltijden te gaan bezorgen’, vertelt Aukje.

Het dorpshuis beschikt over een keuken en een bar. Voor de coronacrisis waren er in het weekend altijd al eters en kon er afgehaald worden, dat wordt nu doorgezet door het bij de mensen thuis te bezorgen. Vrijdag en zaterdag brengt haar man Richard de maaltijden rond en staat zij samen met haar dochter in de keuken. Ze houden daarbij rekening met de RIVM-voorschriften en dragen handschoenen en mensen kunnen contactloos betalen met de pin.

‘Vooral het contact met de mensen in het dorp is belangrijk. Je wilt zo graag het contact onderhouden, dat ze je niet vergeten. Helemaal nu ik alleen ben. Mensen in het dorp die het uitje heel erg missen, die nu alleen zijn, kijken uit naar het moment dat mijn man met een witte zak vol lekkers aankomt’, vertelt Aukje enthousiast.
Naast het bezorgen van maaltijden is er nu genoeg tijd voor klusjes waar anders geen tijd voor is: ‘Ik ben de boel aan het herinrichten, de grote zaal krijgt een opfrisser, er is hier nu niemand dus dat is het ideale moment.’

Wat mis je het meest nu het dorpshuis dicht is?
‘Geen contact hebben is de grootste domper, ik heb heel graag mensen om me heen en wil het mensen naar de zin maken. Er stonden zoveel leuke dingen op de planning, dat moeten de mensen nu allemaal missen’, vertelt Aukje. Er stond een grote viering van 4 en 5 mei op de planning alles in het teken van 75 jaar bevrijding met legervoertuigen uit 1940-1945 en legertenten.
Het hele dorp heeft er veel energie ingestoken om dit mogelijk te maken: ‘het is heel jammer dat dat nu niet door kan gaan, maar we proberen het in het najaar in te halen. Een Bevrijdingsdag niet alleen van de oorlog, maar ook van deze benauwde situatie. Reden om feest te vieren met het hele dorp’, zegt Aukje opgewekt.

Heb je al voorbereidingen getroffen als het dorpshuis straks weer open mag?
‘Je kunt niet een beetje open zijn. Je moet al door een gang naar de wc. Ik zie dat niet gebeuren. We hebben een bar, met 1,5 meter afstand heeft dat totaal geen zin. Je kunt niet met elkaar praten, je moet dan schreeuwen. Dat wordt een hele klus.’ Aukje denkt dat mensen in kleine groepjes misschien weer komen, zoals een zangvereniging die kunnen wel op 1,5 meter afstand van elkaar, maar voor een biljartclub is dat veel moeilijker. ‘Na de vakantie pakken we het wel weer op. Ik wil gewoon weer graag aan de gang’, zegt Aukje.

Wat is het eerste wat je gaat doen als de coronacrisis voorbij is?
‘Heel graag heb ik mijn familie weer bij elkaar hier in het dorpshuis en dan zo snel mogelijk de dorpshuisdeuren open en met het hele dorp vieren dat het weer kan. Dat mensen weer ‘normaal’ met elkaar om kunnen gaan. Want als mensen hier zijn geweest en ze gaan opgewekt en tevreden naar huis, dan maakt dat mijn dag. Daar doe je het voor. Daar krijg ik energie van!’

Tekst: Hendrik Tamsma
Foto: Aukje Postma