25 mei 2020

Nieuwe uitdagingen van de ‘protocol-samenleving’

We zijn van de schrik bekomen en het is goed om te zien dat velen de blik weer vooruit hebben. Wat kunnen we wel in het ‘nieuwe normaal’ en hoe kunnen we dat organiseren? Wat is daarvoor nodig? Hoe komen we – stapsgewijs – weer in het ‘oude normaal’?

Het kabinet heeft een eerste spoorboekje uitgezet. Maar zoals zo vaak bij spoorboekjes het geval is: de route en met name de vertrektijden kunnen wijzigen. Dat kan tot vertraging(en) leiden, een omleiding of het verlaten van het spoor om op een andere route verder te gaan. Dynamiek die passend is bij een situatie die geen van ons ooit heeft meegemaakt en waarin we allemaal zoekende zijn naar oplossingen.

Er wordt van ons allemaal creativiteit verwacht. Nederland kan nu opstaan en laten zien dat we in staat zijn het beste in onszelf naar boven te halen om gezamenlijk het tempo er weer in te krijgen. In tijden van crisis blijkt dat we meer met elkaar verbonden zijn dan we wellicht dachten. En dat we ook een sterke behoefte hebben aan die verbinding. We zijn bereid om elkaar te helpen en te ondersteunen daar waar we kunnen.

Die gezamenlijkheid en verbinding vraagt om een andere houding. Een houding waarbij we bereid zijn over onze eigen schaduw heen te stappen. Niet meer te denken in onmogelijkheden, maar in mogelijkheden. Los te komen van geijkte paden en het ‘avontuur’ aangaan, wetende dat zowel de route alsmede de eindbestemming nog niet definitief bekend zijn.

De volgende halte de komende periode zal zich mogelijk mede kenmerken door een versterking van onze aandrang om onze eigen belangen te gaan verdedigen. We lopen het risico dat de gezamenlijke reis daardoor ongemakkelijker gaat worden. We van coupé gaan wisselen. De oorspronkelijke groepsreis uiteen gaat vallen in een reis van ‘groepen’. Waarbij het collectieve doel – stapsgewijs terug naar het ‘oude normaal’ – uit het oog wordt verloren.

Begrijp me niet verkeerd: het is volkomen terecht en logisch dat partijen voor hun belangen opkomen. Het gaat er echter om op welke wijze de ‘strijd’ wordt gevoerd. Het is namelijk in niemands belang dat de reis veel langer gaat duren dan strikt noodzakelijk is. We willen allemaal weer ‘los’. Dat vraagt doorlopend bewustzijn om boven de eigen materie te gaan hangen. Het vraagstuk steeds in een breder perspectief te plaatsen.

Naarmate de ‘eigen belangen’ een prominentere rol krijgen wordt het voor velen steeds lastiger en ingewikkelder om het eigen belang te plaatsen in het grotere belang. Dat vraagt om moed om soms het eigen belang even te parkeren ten gunste van het grotere belang. Die moed wordt nu van ons allemaal gevraagd. Moed is een voorwaarde als we verantwoord, veilig en snel op onze eindbestemming aan willen komen.

Het zal ongetwijfeld een ongewisse reis worden, waarbij soms de verkeerde afslag wordt genomen die vertraging op kan leveren. Duidelijke spelregels – die nu vaak in protocollen vastgelegd worden – kunnen de reis veraangenamen. Protocollen die tot doel hebben u en mij te beschermen maar vooral ook tot doel hebben dat de trein blijft rijden. We zullen dat moeten accepteren, hoe moeilijk en pijnlijk dat af en toe zal zijn. Laten we voorkomen dat we dit allemaal gaan juridiseren en met elkaar gerezen problemen signaleren en vervolgens oplossen. In het grotere belang. Omdat we allemaal – hopelijk veilig en gezond – het eindstation zullen bereiken.

Theo Andreae
Directeur Doarpswurk

Eerder verschenen in de Leeuwarder Courant van zaterdag 23 mei jl.