8 april 2020

Starten in coronatijd, wat betekent dat voor Lieke Terpstra?

Volle enthousiasme starten aan een nieuwe baan, en dan valt de wereld stil.
Lieke Terpstra had haar eerste weken bij Doarpswurk en Streekwurk toch wat anders voor zich gezien. Lieke zou twee dagen in de week bij Doarspwurk aan de slag en de overige drie dagen bij Streekwurk Noordoost. De coronacrisis gooide roet in het eten. Haar eerste week zat er op, toen onze premier besloot dat iedereen zoveel mogelijk thuis moest werken. Lieke had nog maar net kennisgemaakt met haar nieuwe collega’s bij Doarpswurk of ze zat al thuis. Met haar collega’s bij Streekwurk had ze nog helemaal niet kennis kunnen maken, daar zou ze een week later starten.

Het liep allemaal wat anders, we vroegen Lieke hoe zij de afgelopen weken heeft ervaren in haar nieuwe functie.

Donderdag 12 maart kondigde premier Mark Rutte de eerste maatregelen aan. De oproep was om zoveel mogelijk thuis te werken, ook alle bijeenkomsten van Doarpswurk kwamen te vervallen. Hoe heb jij die dagen ervaren?
‘In de eerste week dat ik werkte bij Doarpswurk was er al sprake van corona, maar toen was het nog niet zo ernstig. Toen hadden we allemaal nog wel het idee, het valt allemaal wel wat mee. In het weekend volgend op de eerste maatregelen had ik dat eerlijk gezegd ook nog. Mensen in mijn omgeving moesten thuiswerken, maar ik dacht nog steeds dat ik maandag wel naar het werk kon.’

Wanneer hoorde je dat je thuis moest werken?
‘We kregen een mail waarin stond dat alle bijeenkomsten waren geannuleerd en we thuis moesten werken. Ik dacht die dag wel, ik begin nu net met mijn eerste ‘echte’ baan, daar heb ik zin in, wil ik in groeien, wil ik alles te weten te komen. Wat moet ik nu doen? Wel lastig, ben ik net aan het werk en nu is het binnen één dag klaar. In het begin dacht ik wel: ik heb geen idee wat ik nog kan betekenen in deze eerste weken. Wat weet ik nu? Wat kan ik als beginner nog doen qua werk als alle initiatieven ook stil liggen? Gelukkig kwam er toch nog wel werk en ook bij Streekwurk waren opdrachten die ik op kon pakken.’

Hoe kijk je terug op de afgelopen weken?
‘Eerst was het (de maatregel) voor 3 weken, ik dacht die eerste 2 weken komen we wel door en dan zien we wel verder. Het valt allemaal wel mee, we komen wel weer aan het werk. Maar toen werd het al snel duidelijk dat het veel langer zou duren. Als Doarpswurk zijn we begonnen om alle dorpsbelangen en dorpshuizen te gaan bellen om te kijken wat wij als Doarpswurk kunnen betekenen voor hen in deze bijzondere tijd. Ook bij Streekwurk kreeg ik een leuke klus om mee aan de slag te gaan. Normaal gezien houden initiatiefnemers een pitch voor de platformleden (soort jury) van het Iepen Mienskipfûns, maar dat kan nu niet fysiek. We gaan dat anders inrichten zodat mensen toch kunnen pitchen. Mensen kunnen een filmpje insturen, zodat de platformleden het initiatief toch kunnen beoordelen.’

Hoe bevalt het thuiswerken?
‘Ik moet eerlijk zeggen dat ik op kantoor beter werk dan thuis. Op kantoor ben ik het productiefst. Als je op kantoor zit doe je jouw werk en aan het einde van de dag ga je naar huis en is het klaar. Het lastige is ook dat je niet zo even langs kan lopen bij je collega’s. Ik had amper iedereen een hand gegeven en sommige collega’s nog maar één keer in het echt gezien. We hebben wel contact via skype en de telefoon, maar het is toch een andere dynamiek en interactie dan wanneer je bij elkaar bent.’

Zijn er ook positieve aspecten aan deze bijzondere situatie?
‘Het mooie aan deze situatie is dat ik mijn regio nu goed leer kennen, via de telefoongesprekken die we houden. Doordat ik elk dorpshuis en dorpsbelang bel, kom ik direct met hen in contact, dat had anders langer geduurd. Daarnaast heb ik nu meer tijd om me als vrijwilliger in te zetten. Zo heb ik een aantal activiteiten opgezet en help ik mijn tantezegger bij haar schoolopdrachten. Zo maken we samen haar fiets schoon, zoeken we vlinders en spelen we veel buiten.
Daarnaast krijg ik veel energie van de leuke gesprekken die ik voer met bestuursleden van dorpshuizen en dorpsbelangen. We hebben het niet alleen over zorgen die er zijn, maar ook over koetjes en kalfjes. Mensen vinden het heel leuk dat je ze belt ook al hebben ze geen concrete vraag. Als we straks weer fysiek naar de dorpen toe kunnen gaan, hoop ik dat ik daar net zoveel energie van krijg als van deze telefoongesprekjes.’

Tot slot Lieke wat is het eerste wat je gaat doen als de corona-crisis voorbij is?
‘Ik ben echt een gezelligheidsmens, ik mag graag met vrienden zijn, even naar de kroeg of de kantine. Ik mis heel erg de sociale contacten. Dus als het weer mag, is het eerste waar ik heel veel zin in heb: uiteten met vriendinnen of met dit mooie weer een drankje drinken op het terras. Wat nu niet kan, de normale dingen, die mis ik nu eigenlijk het meest.’

Tekst: Hendrik Tamsma
Foto: Lieke Terpstra