31 januari 2022

Adviseur aan het woord: Johannes Lankester

Bouwen aan vertrouwen

Er is een nieuw kabinet, er zijn twee speerpunten te vinden die veel aandacht zullen vragen. Aan de ene kant is het van belang om te werken aan het vertrouwen tussen de samenleving en de overheid. Aan de andere kant wordt het klimaatprobleem stevig aangepakt. Prachtige voornemens daar kan niemand op tegen zijn zou je zeggen. Toch zijn er wisselende geluiden over wat er allemaal wel of niet goed is in deze plannen. We zouden als samenleving ook zelf na kunnen denken wat vanuit ons vakgebied een aantal aandachtspunten zijn, die we kunnen meegeven in de uitwerking van het nieuwe beleid.

Toevallig zie ik in ons werkveld wel eens voorbeelden waarbij je aan het denken wordt gezet. Er zijn namelijk manieren om het klimaatprobleem op te lossen, die tegelijkertijd het vertrouwen in de samenleving schaden. In het verleden ging dat over grootschalige projecten, waarbij de omgeving met de lasten bleef zitten en de eigenaren de lusten kon incasseren. Tegenwoordig komen er andere onderwerpen aan bod zoals bepaalde keuzes om bepaalde bedrijven die een overmatige CO2 uitstoot hebben te steunen met verschillende instrumenten en middelen.

Wanneer klimaatoplossingen het vertrouwen schaden ontstaat er een ingewikkelde impasse bij het uitvoeren van de oplossingen. Misschien kan het ook anders? Zijn er ook manieren te bedenken waarbij resultaten behaald worden, maar waarbij ook het onderlinge vertrouwen kan stijgen?

Een belangrijk fundament voor de afspraken tussen de overheid en de samenleving wordt vastgelegd in de wetgeving. Als we nu eens gaan kijken hoe het met die wetgeving staat en of die fundamenten van het vertrouwen nog in orde zijn, dan weten we in ieder geval of de basis op orde is. Laten we eens bij het begin beginnen, hoe zit de Grondwet ook alweer in elkaar. De allereerste zin luidt: “Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld”.

Als we vanuit dit grondrecht nu eens het huidige klimaatbeleid beschouwen, is het misschien mogelijk om zaken te ontdekken waar het goed gaat maar ook waar het beter kan. We zouden ons een aantal vragen kunnen stellen om een antwoord te kunnen vinden op deze gelijke behandeling bijvoorbeeld:
Als burgers met elkaar een oplossing bedenken staat dat dan gelijk met de gevestigde orde die een oplossing bedenkt?
Betalen burgers evenveel belasting over hun CO2 uitstoot dan grootschalige uitstoters?
Als burgers met elkaar miljarden in fondsen laten storten zou het dan ook zo zijn dat die bij het uitdelen van de middelen evenveel kans maken om daar hun plannen bij in te dienen?
Hoe worden de rechten verdeeld om CO2 uit te stoten en wie draait ervoor op om de uitstoot uit het verleden op te ruimen?
Waarom is het staatsteun als burgers met elkaar een oplossing bedenken, maar mogen de grootste uitstoters miljarden aan subsidies incasseren?

Als het zo is dat beide opgaves van het nieuwe kabinet even belangrijk zijn, dan kan het een tip zijn om het klimaatbeleid zo in te richten dat het bijdraagt aan het vertrouwen in de samenleving. De Grondwet zou mogelijkerwijs een inspiratiebron kunnen zijn voor dit beleid.

Tekst: Johannes Lankester