24 juni 2021

Foekje Boltjes is blij dat MFC De Kaap weer open mag

Nu vrijwel alle coronabeperkingen zijn opgeheven, mogen ook de dorpshuizen weer open. Foekje Boltjes-de Boer staat weer achter ‘haar’ bar in MFC De Kaap in Stavoren. Als pachter heeft ze een extra zwaar jaar achter de rug.

Ze is blij dat ze haar leventje weer wat kan oppakken, want wat heeft ze het gemist. ‘Iedereen z’n leven gaat door, maar dat van jou staat stil. Daar heb ik heel veel moeite mee gehad’, zegt ze. Niet alleen mentaal stond ze stil, ook financieel. Als pachter viel ze aanvankelijk onder geen enkele compensatieregeling. ‘De mensen hier dachten: dat dorpshuis wordt gesteund door de gemeente, dat redt zich wel. Maar in mijn geval was dat niet zo, want ik ben zelfstandig ondernemer’, legt ze uit. ‘De vaste lasten gingen door, maar de inkomsten vielen volledig stil.’

Eerder dit jaar kreeg ze het verlossende telefoontje dat ze in aanmerking komt voor ondersteuning van de gemeente. ‘Ik had echt het idee dat ik er alleen voor stond. Ik had eerder aan de bel moeten trekken, maar had niet in de gaten dat ik een uitzondering was.’ De gemeente Súdwest-Fryslân stelde vorig jaar 1,8 miljoen euro beschikbaar om maatschappelijke instellingen zoals sportverenigingen en dorpshuizen te compenseren voor coronaschade. Dit jaar werd nog een keer dat bedrag uitgetrokken voor dit doel. Nieuw is dat het coronafonds nu ook open staat voor pachters die onlosmakelijk verbonden zijn aan een maatschappelijke instelling. ‘In Súdwest-Fryslân gaat het om pachters van in totaal zo’n 25 multifunctionele centra, dorpshuizen, wijkgebouwen en sportkantines. Zij kunnen voor zowel 2020 als 2021 een beroep doen op het fonds’, aldus de gemeente in een persbericht. Wethouder Mirjam Bakker: ‘De landelijke steunregelingen voor deze groep zijn beperkt. Terwijl juist de pachter het visitekaartje, de spin in het web is van zijn gebouw of sportkantine.’

Die spin in het web is Foekje zeker. Veertien jaar geleden werd ze pachter van MFC De Kaap. Ze kocht het inventaris en vulde het aan. Heel Stavoren weet haar te vinden. ‘De zaal is in de winterperiode elke avond bezet. Volleybal, badminton, het muziekkorps, noem maar op. En overdag is er nog gymnastiek voor jong en oud. Alle verenigingen van Stavoren hebben hier hun vergaderingen.’ Aanvankelijk was ze in het weekend vrij, maar jaren geleden begon ze samen met haar man Jos – die de koksopleiding heeft gedaan – met het verzorgen van familiefeestjes met buffet. ‘De eerste feestjes staan alweer in het boek’, zegt ze blij.

De coronapandemie zette haar drukke leven in één klap stil. Het zette haar ook aan het denken: wil ik zo wel doorgaan? Want als je ineens niets meer te doen hebt, kom je erachter hoe druk dat je het daarvoor had. Van thuis zitten werd ze echter niet gelukkig. ‘Ik maakte niets meer mee. Ik ben een mensenmens en heb mensen om me heen nodig’, stelt ze. ‘Mijn gezin staat ook helemaal achter me en helpt mee als dat nodig is. Ook krijgt ze al vanaf het begin hulp van Immie Folkerts.

In april kon ze aan de slag als gastvrouw bij de GGD-priklocaties in Sneek, Heerenveen en Koudum. Ze leefde helemaal op en zag dat als bewijs dat ze ‘onder de mensen moet’. Nu ze ook weer in De Kaap aan de slag kan, is een dubbele functie wel even pittig, Maar de meeste activiteiten komen pas na de zomer weer op gang en dan zijn de meeste prikken gezet. ‘Ik heb een rot jaar gehad, maar kan nu gelukkig weer vooruit kijken’, zegt ze.

Tekst & foto: Ida Hylkema