25 juni 2021

LC: Kinderen uit IJlst eten straks groente uit eigen tuin

Dankzij coronasubsidie (500 euro regeling) van de provincie Fryslân startte de Volkstuinvereniging een moestuinproject voor kinderen.

‘Is dit genoeg grond of moet het voller?’,  Senna Rowe (8) kijkt Hendrik Tamsma van Volkstuinvereniging IJlst en Omstreken vragend aan bij de moestuinbakken die sinds twee weken op de Sudergotún staan. ‘Je mag er wel even in staan hoor’, moedigt Tamsma aan. Zijn idee bij het project Iepen de Folkstún is dat de volkstuinders zo weinig mogelijk helpen en de kinderen hun gang laten gaan. ‘Laat ze maar vieze handen krijgen, het moet leuk zijn.’

Geen perceel meer over

Afrikaantjes staan tussen de moestuinbakken klaar om geplant te worden. Ze werden gekocht van de 500 euro coronasubsidie die de Volkstuinverenging van de provincie kreeg. ‘Deze planten helpen tegen aaltjes en andere ziekten’, legt Tamsma uit aan Senna en haar medetuinders Tom Roerdinkholder (8) en Maja Wielens (10). Het trio timmerde twee weken geleden hun moestuintjes in elkaar. De ene bak gebruiken ze gezamenlijk, in de andere hebben ze ieder hun eigen deel.

Dat ze moesten uitwijken naar de rand van de volkstuin komt ook door corona, legt Tamsma uit. Het hebben van een volkstuin bleek in coronatijd zo populair dat er geen perceeltje meer over was. ,,Het was best nog een hele klus om zelf bakken te timmeren.’’

De kinderen weten nog wat ze er daarna in geplant hebben: rode kool, groene kool en koolrabi. Deze zaterdag hebben ze ieder een glazen potje meegenomen waarin een sperzieboon ontkiemd is, tussen de natte watten. Deze kwetsbare plantjes krijgen ook een plekje in de moestuin. ‘Je moet er wel ruimte tussen laten, want ze worden groot’, instrueert Tamsma.

Zonnebloemactie

Iepen de Folkstún moet er volgens Tamsma voor zorgen dat een volkstuintje niet meteen geassocieerd wordt met oudere mannen. Ook is het bedoeld om kinderen kennis te laten maken met tuinieren en de natuur. Door de subsidie konden er alvast wat plantjes gekocht worden, zodat niet alles vanaf een klein zaadje opgebouwd hoeft te worden.

Het geld wordt verder gebruikt om de jaarlijkse groentemarkt, waarbij volkstuinders hun producten doneren, aan te kleden met muziek en lekkernijen. Ook komt er een zonnebloemactie. Bij de middenstand kan iedereen pitten ophalen en proberen de grootste zonnebloem te kweken.

Senna heeft er al ervaring mee. Thuis heeft ze de hele vensterbank vol staan met 32 plantjes, die ze wil verkopen als ze volgroeid zijn. ‘Ik vind het leuk om te verbouwen en met planten bezig te zijn.’

Zelfstudie

Om nieuwe leden draait het project niet, zegt Tamsma, hoewel zijn club blij is met de jongste huurder. Dat is de dertienjarige Teun van Doorn, die iets meer dan een jaar actief is op het complex.

‘Hij komt met hele nieuwe ideeën’, stelt Tamsma vast. Zo heeft Teun een geraamte van knotwilgentakken gemaakt. De Lathyrus staat erbij geplant en er moeten nog bramen komen. Maar eerst wil Teun het bodemleven op orde hebben, vertelt hij. ‘Dan komen er meer voedingsstoffen vrij.’

Door zelfstudie probeert hij van alles te ontdekken om uiteindelijk ‘Teuns Tunesië’ te realiseren, zoals op een bordje bij zijn perceel staat. ,,Het kost veel tijd, maar door corona had ik ook veel tijd over. Dat je kan oogsten is het leuke eraan. Ik heb vandaag aardbeien van mijn eigen tuin gegeten.’’

Gewoon uitgeven en leuke dingen doen

Het liep aanvankelijk niet storm bij het project van de provincie Fryslân om eenzaamheid in coronatijd tegen te gaan of leefbaarheid te stimuleren. Per initiatief was 500 euro beschikbaar en de provincie verwachtte 50.000 euro te zullen uitgeven. Pas toen gemeenten het nieuws deelden, kwamen de aanmeldingen binnen. Nu zit er alleen nog wat in de pot voor initiatieven op de Waddeneilanden. Hendrik Tamsma van de Volkstuinvereniging in IJlst werkt bij Doarpswurk en hoorde daarom al snel van de subsidiemogelijkheid. De provincie beloofde een ‘licht toetsingscriterium’. ‘Dat is echt heel fijn. Er zijn amper regels waar je aan moet voldoen. Je mag het gewoon uitgeven om leuke dingen te doen.’

Tekst & foto: Leeuwarder Courant